Je wilt afvallen en hebt van alles geprobeerd maar het lukt niet. Of je valt even af en komt daarna weer (meer) aan. Herkenbaar? Voeding en beweging zijn factoren die het afvallen beïnvloeden. Maar wist je dat ook hormonen een cruciale rol spelen? Hormonen die uit balans zijn, kunnen er namelijk voor zorgen dat het niet lukt om af om blijvend af te vallen.
Om te snappen waarom het afvallen niet lukt, is het handig de invloed van hormonen op je gewicht te begrijpen. Zodat je kunt afvallen tot een gezond gewicht en behouden, zónder dat je honger hoeft te hebben,
Ik weet dat ik gewicht moet verliezen, maar ik kan alleen niet zo goed tegen mijn verlies!
Wij mensen (Homo Sapiens) zijn evolutionair gezien maar in een ding geïnteresseerd: OVERLEVEN! In een gevaar situatie zijn er een aantal hormonen die in staat zijn de glucosespiegel te verhogen. Dit zijn onder andere adrenaline en cortisol. Daarnaast hebben we een hormoon glucagon genaamd. Glucagon zorgt ervoor dat de opgeslagen glucose in de vorm van glycogeen, terug wordt omgevormd naar glucose. We hebben dus drie hormonen die de bloedglucosespiegel kunnen verhogen.
We hebben slechts één hormoon dat ervoor kan zorgen dat de bloedglucosespiegel daalt: insuline. De verhouding is 3:1 en dat komt misschien doordat we in de ontwikkeling als homo sapiens, vaker te maken hebben gehad met een daling dan een stijging van de bloedglucosespiegel.
In de huidige tijd, met voedsel in overvloed, moeten we vaker een beroep doen op insuline.
In een notendop is dit de verklaring voor het ontstaan van een te grote voorraad vet, ook bekend als overgewicht. Verderop in dit artikel wordt precies uitgelegd waarom afvallen door een verstoring in deze hormoonbalans niet lukt.
We zijn afhankelijk van energie om te kunnen functioneren. Die energie kunnen we zelf maken, doordat we vetten, koolhydraten en eiwitten om kunnen zetten in ATP (adenosine-TRI-phosphaat). Dit gebeurt door de citroenzuurcyclus in de energiecentrale van de cellen: de mitochondriën. Dit is de oudst bekende, enzymafhankelijke, stofwisselingsroute voor de productie van ATP. In de mitochondriën wordt, in de zogenaamde elektronen transport keten, energie geproduceerd. Metabool zeer actieve cellen, zoals hart-, spier- en hersencellen hebben duizenden mitochondriën per cel.
Het bovenstaande proces loopt uiterst efficiënt. In feite ademen en eten we om de mitochondriën van de nodige stoffen te voorzien zodat we energie kunnen produceren. Wanneer alle grondstoffen zijn gebruikt, moeten we een signaal krijgen dat er nieuwe aanvoer nodig is. Dit signaal wordt gecommuniceerd door diverse hormonen. Door het dalen van de glucosespiegel in de bloedbaan (als alle glucose is opgenomen in de cellen om ATP te produceren) ontstaat er een “tekort” aan glucose. Geen glucose = geen energie = GEVAAR!
Klassiek gezien, is het eten van minder calorieën en een groter verbruik van calorieën de weg naar het verliezen van overgewicht. En…dat klopt!
Stel je nu het volgende plaatje eens voor:
Na een lange werkdag kom je thuis, en in de post van die dag vind je een uitnodiging voor een fantastisch feest. Het is al aankomende zaterdag en de vooruitzichten zijn goed: er komen koks het lekkerste eten koken, de beste wijnen zullen worden geschonken er komt een live band, kortom FEEST!
Wat ga jij doen om ervoor te zorgen dat je het meest van al die voeding en dranken kunt genieten?
Ik zou die dag niet eten, misschien sporten om de honger nog wat aan te wakkeren, en enorm genieten van alles wat er geboden wordt.
En dan kom je op dat feestje met een hònger…
…en dat is het klassieke advies dat gegeven wordt: minder eten en meer bewegen. Dat leidt dus tot honger…
Misschien is het advies op de korte termijn erg werkzaam, met de meeste diëten kun je inderdaad prima afvallen. Dus diëten werken.
Maar dan: is het iets wat je op lange termijn kunt volhouden? De vraag stellen is hem beantwoorden, iedereen heeft zelf of kent iemand die mooi is afgevallen met dieet XYZ.
En na een jaar weer hetzelfde gewicht heeft (of zelfs een paar kilootjes meer).
Maar wat zouden we dan moeten doen? Minder calorieën eten werkt, dat hebben we gezien aan het effect van alle diëten. Langdurig minder calorieën eten, houd je makkelijker vol wanneer je geen honger hebt. We zullen dus voeding moeten eten die ons langer “vol” laten zitten, we noemen dat verzadiging.
Honger en verzadiging wordt gereguleerd door hormonen: ghreline zorgt voor honger, insuline en leptine voor verzadiging en er zijn er nog een paar in ons maagdarm kanaal: CCK (vetvertering en verzadiging), GLP-1 (zorgt voor afgifte insuline en verzadigt) en PYY (registreert de hoeveelheid eiwit en verzadigt).
De hormonen die betrokken zijn bij honger en verzadiging spelen een grotere rol in de hoeveelheid calorieën die je binnenkrijgt dan je wilskracht.
Insuline is eigenlijk een opslag hormoon. Door de aanwezigheid van insuline kunnen we geen gebruik maken van onze vetverbranding. Sterker nog, insuline zorgt zelfs voor groei van vetcellen.
En wist je dat hormonen pas werken wanneer ze aankomen op een receptor? Stel je voor dat het hormoonsignaal een radiogolf is en de receptor de antenne. Naast de juiste hoeveelheid signaal (het hormoon) moeten er dus ook voldoende antennes zijn (de receptor). Het vervelende van die receptoren is dat ze in aantal verminderen wanneer het gekoppelde hormoon te vaak en te veel aanwezig is.
Elke keer dat je calorieën binnenkrijgt, neemt de hoeveelheid insuline toe. Geen probleem als dat 2-3 keer per dag gebeurt. Helaas is de dagelijkse praktijk voor veel mensen anders. We horen al jaren dat we drie hoofdmaaltijden moeten eten en daarnaast tussendoortjes. Om de motor aan de gang te houden. De glucoseverbrandingsmotor ja. Maar niet de vetverbrandingsmotor…
Daarnaast zorgt iedere toevoer van calorieën voor een insulineverhoging. Vaak en veel insuline leidt op den duur tot afname van insulinereceptoren (de antennes weet je nog?). Daardoor blijft je bloedglucose te hoog en dat is een signaal om meer insuline te produceren. En waar moet die bloedglucose heen? Naar de vetcellen om vet aan te maken. Vervolgens produceren die vetcellen leptine. Vaak en veel insuline leidt dus tot vaak en veel leptine.
Vaak en veel van een hormoon = minder receptoren. Met een mooi woord is dat resistentie. Met insulineresistentie en leptineresistentie komt het signaal niet goed aan. Met andere woorden: je hersenen weten niet dat er voldoende energie is. Het gevolg is dat je al snel weer trek krijgt. En zo zitten we mooi in een vicieuze cirkel, het ene probleem houdt het andere probleem in stand!
In de strijd tegen de kilo´s is het misschien dus beter te focussen op de regulatie van al die hormonen dan simpelweg meer bewegen en minder eten!
Lukt het je maar niet om af te vallen en wil je hier graag professionele hulp bij? Neem dan gerust contact op met een kPNI therapeut voor meer informatie of een afspraak.
Menno Dekker is sinds 1990 werkzaam in de gezondheidszorg. Eerst als fysiotherapeut, sinds 2002 als osteopaat en sinds 2016 als orthomoleculair therapeut.
Sinds 2020 is Menno expert in klinische PNI.