Een laaggradige ontsteking staat aan de basis van veel gezondheidsklachten en ziektes. Ook van ziektes die te maken hebben met het brein, zoals depressie. In dit artikel leggen we het verband uit tussen een laaggradige ontsteking en depressie.
Het is nog niet zo lang geleden dat we aannamen dat ons brein een afgeschermd systeem is, waar het immuunsysteem niet bij kan. We dachten dat de bloed-hersenbarrière, als een soort ijzeren gordijn, immuuncellen buiten de deur houdt. Dit correspondeerde met het idee dat lichaam en geest twee gescheiden entiteiten zijn.
Dit dualisme heeft de ontwikkeling van het begrip over ziektes van het brein ernstig belemmerd. Pas een dikke tien jaar geleden is duidelijk geworden dat het brein zijn eigen immuuncellen heeft, de zogenoemde microgliacellen. Steeds duidelijker wordt dat deze gliacellen ook reageren op signalen vanuit het lichaam. Dit komt omdat de bloed-hersenbarrière signaalstofjes van allerlei systemen doorlaat, zo ook van het immuunsysteem.
Microgliacellen hebben twee belangrijke functies:
Als er gevaar dreigt, reageren microgliacellen met de aanmaak van opruimers van schadelijke deeltjes (macrofagen). Dit kost veel energie. Energie die bij gevaar dus niet kan worden gebruikt om synapsen en zenuwcellen te voeden en nieuwe verbindingen te maken. Dat terwijl overactiviteit van microgliacellen kan lijden tot aanval van zenuwcellen die in problemen zijn gekomen en zelfs gezonde zenuwcellen kunnen beschadigen.
Dit is een heel normaal proces bij griep, waarbij het lichaam kortdurend een sterke immuunreactie heeft en alle energie naar het immuunsysteem gaat. Daarna herstelt het lichaam snel. Het wordt een probleem als deze reactie continue voortduurt en er te veel gevaarsignalen zijn die niet stoppen. Dan komt het lichaam in een verlengde immuunreactie; een laaggradige ontsteking. Voorbeelden van gevaarsignalen die vaak lang aanhouden zijn chronische stress, een slechte balans van de darmflora, bloedend tandvlees, het niet goed sluiten van de darmwand (lekkende darm), toxines en (micro) trauma.
De constante stimulering van gliacellen door de aanwezigheid van gevaar zorgt dat er minder energie beschikbaar is in het brein. De eerste impuls van de hersenen is dan ook energie besparend gedrag: je bent vermoeid, wil het liefst in bed liggen en hebt nergens zin in. Allemaal signalen die horen bij een depressie. Duurt dit te lang, dan gaat ook het aantal verbindingen achteruit. Vooral de hippocampus, waar geheugen en vermogen tot leren zit, is hier heel gevoelig voor.
Een klinische uiting van depressie is ook het kleiner worden van de hippocampus. Geheugen, concentratie en vermogen tot leren gaan dan snel achteruit.
Dit zie je ook bij ernstige stress gerelateerde klachten en burn-out.
Daarbij kan ook de voorraad aan serotonine en dopamine uitgeput raken door de constante stimulering van de microgliacellen. Dan is het beeld van een depressie compleet.
Oftewel een depressie kan veroorzaakt worden door aanhoudende gevaarsignalen die op hun beurt kunnen zorgen voor een verlengde laaggradige ontsteking.
De ideale behandeling van een depressie is zorgen voor regulatie van de ontstekingsactiviteit en herstel van de energiebalans. Dit kun je bijvoorbeeld bereiken door:
Middelen die kunstmatig de serotonine of dopamine gehaltes verhogen, kunnen in een aantal gevallen wel de symptomen verminderen (heel vaak werken ze ook niet goed) maar doen niets aan de oorzaak. Het symptoom is niet de oorzaak. Zoeken naar de oorzaak en daar de behandeling op richten, is de kracht van de kPNI.
Heb je last van een depressie of depressieve klachten en wil je op zoek naar de oorzaak? Loop hier niet langer onnodig mee rond. Maak een afspraak met een kPNI-therapeut om hier samen naar te kijken, voor een effectieve behandeling van je depressie.
Erik Schut heeft meer dan 30 jaar ervaring. Hij is begonnen als fysiotherapeut, heeft acupunctuur en traditionele Chinese geneeskunde gestudeerd, gevolgd door de opleiding tot orthomoleculair kPNI therapeut. Na de afronding van de master opleiding kPNI in Gerona (Spanje) werkt hij als klinisch Psycho-Neuro-Immunoloog.
In zijn praktijk maakt Erik gebruik van de opgedane ervaring en inzichten. Hij behandelt en begeleidt vooral mensen met chronische vaak onbegrepen klachten.