Relatie tussen een lekkende darm en darmziekten

Darmaandoeningen zoals de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en coeliakie… Het zijn ziekten waarover je de laatste jaren meer hoort in de media. En die in de westerse wereld steeds meer in de cijfers voorkomen. Het gaat om vervelende darmziekten die je danig dwars kunnen zitten. Wat is het verschil tussen deze ziekten en wat heeft een lekkende darm hiermee te maken?

Ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

De ziekte van Chrohn en colitis ulcerosa zijn darmziekten. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa is er sprake van chronische ontstekingen van het maagdarmkanaal. In het Engels worden ze ook wel inflammatory bowel diseases genoemd, in het Nederlands gebruiken we de naam inflammatoire darmziekten. Er is dus sprake van ontstekingen in het maag-darmkanaal. Klachten zijn vaak langdurige diarree, buikpijn en moeheid. Daarnaast komen ontstekingen vaak ook op andere plekken in het lichaam voor, zoals de ogen, huid en gewrichten. Sommige mensen leven jaren klachtenvrij, anderen hebben veel last van opvlammingen. Deze kunnen vaak onvoorspelbaar opeens de kop opsteken. Beiden zijn niet levensbedreigend maar kunnen vanwege de klachten en onvoorspelbaarheid het leven danig negatief beïnvloeden.

Wat is het verschil tussen de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa? 

Bij de ziekte van Crohn is er sprake van een chronische ontsteking van het hele spijsverteringskanaal, ofwel van mond tot kont. De ziekte is genoemd naar een Amerikaanse arts B.B. Crohn, die deze aandoening in 1932 beschreef. Colitis ulcerosa betreft een meer ‘lokale’ chronische ontsteking, namelijk van de dikke darm. Colitis ulcerosa begint meestal in de endeldarm en komt iets meer voor bij mannen. Deze aandoening kan ervoor zorgen dat de diarree ook bloed en slijm bevat.

Coeliakie

Bij coeliakie is er iets anders aan de hand. In dit geval is je lichaam overgevoelig voor een bepaald bestanddeel uit voeding, namelijk gluten. Gluten is een eiwit dat onder andere in tarwe zit, en dus in brood, pasta, muesli, crackers, etc. Bovendien worden veel producten in een fabriek verwerkt, waar met glutenrijke bestandsdelen wordt gewerkt. Hierdoor kan een in principe glutenvrije havermout toch vervuild zijn met gluten. En als je coeliakie hebt, dan moet je echt geen gluut eten. Dat geeft direct hele vervelende darmklachten. Andere tarwesoorten met gluten zijn spelt, rogge, gerst en durumtarwe. Boekweit, quinoa en amarant zijn glutenvrij.

Darmziekten en het verband met gluten

Gluten kunnen een stofje produceren, zonuline, waarmee ze de douanepost in de darmwand open kunnen zetten. Deze douane bepaalt normaal gesproken welke stofjes door de darmwand heen mogen, en welke niet. Gluten hebben dus zelf de sleutel in handen om de poort te openen. En wat als een menu veel voeding met gluten bevat? Dan staat de darmwand dus veel te vaak open. En wij hebben als mens nog geen tegenstrategie ontwikkeld op deze eigenschap van gluten. We kunnen ons wel aanpassen, maar die aanpassingen gaan helaas nou eenmaal traag. Onze genen hebben gemiddeld genomen een mutatiesnelheid van 50.000 jaar en we zijn pas zo ongeveer 10.000 jaar geleden overgestapt op landbouw. Daarvoor waren we jager-verzamelaars en aten we wat er voorhanden was.

Kort samengevat was dat een gevarieerd menu, dat door de landbouw veel eenzijdiger werd en vooral uit granen, aardappelen en rijst ging bestaan. Het is dus niet zo gek dat veel mensen gluten niet goed verdragen. Sterker: het is misschien wel gek dat niet meer mensen er klachten van ervaren, want gluten zijn eigenlijk niet goed voor ons, dat is wel duidelijk.

darmziekten en gluten

Hoe ontstaan deze darmaandoeningen?

Het vervelende van deze drie darmziekten is dat ze allemaal voor ‘gedoe en gerommel’ in de darmen zorgen, letterlijk en figuurlijk. Hoe komt dit? Dat is helaas nog niet helemaal duidelijk. Mogelijk hebben een eenzijdig voedingspatroon of andere stressfactoren hier mee te maken. Dit leidt ertoe dat het darmmicrobioom en het darmslijmvlies niet op orde zijn. Hierdoor staat de darmwand te vaak open om energie binnen te laten voor de stressreactie en krijgen bovendien gluten steeds meer de kans de darmwand te bereiken. Dat laatste zet de darmwand ook weer te veel open. Dat kan een lekkende darm (leaky gut) geven, met mogelijk een van de genoemde inflammatoire darmziekten tot gevolg. Dit verklaart ook dat er klachten in de rest van je lichaam kunnen ontstaan, zoals eerder beschreven. Want ons immuunsysteem gaat reageren op al die ongewenste stoffen die in de bloedbaan terecht komen.

Wat kan helpen als je last hebt een darmziekte? Waar kijken we als kPNI-therapeut naar?

  • Allereerst is het belangrijk om met een gerichte therapie en suppletie de darmwand te herstellen en het microbioom weer op te bouwen. Zo werk je aan een goede basis van darmgezondheid.  
  • Ontstekingen kunnen worden verminderd met een voedingspatroon met ontstekingsremmende voeding. Eventueel kan hier ook gerichte suppletie helpen (denk bijvoorbeeld aan omega 3-vetzuren).
  • De voeding zal glutenvrij en ook zuivelvrij moeten zijn (caseïne uit zuivel heeft dezelfde werking als gluten). Ook peulvruchten en nachtschade (tomaten, aubergine, paprika, aardappel bijvoorbeeld) kunnen mogelijk tijdelijk beter worden geschrapt; deze kunnen ook de darmwand prikkelen en beschadigen.
  • Het lijkt wel of er niets overblijft qua voeding, maar dat is niet het geval. We adviseren vaak een patroon gebaseerd op het jager-verzamelaar-menu, ofwel oervoeding met veel groenten, fruit, vis, schaal- en schelpdieren, gevogelte, eieren, noten, zaden, pitten en gezonde vetten uit bijvoorbeeld olijfolie en kokos. Deze voeding bevat veel ontstekingsremmende stofjes, wat een weldaad voor je darmen is.
  • En belangrijk tot slot: verminder de chronische stressfactoren. Want niet alleen gluten, maar ook een stressreactie zetten de darmwand open. Dit is een gewenste, fysiologische reactie, om de stressreactie van energie te voorzien. Echter: bij te veel chronische stress gaat de darmwand veel te vaak open, met een leaky gut tot gevolg. Chronische stressfactoren zijn: ongezonde voeding, weinig beweging, te veel zitten, roken, alcohol, een baan die niet bij je past, een vervelende baas, relatieproblemen, financiële stress, etc. etc.  

Natuurlijk kunnen er specifieke dingen spelen, die passen bij jouw ziektegeschiedenis. Zo zet een geboorte via een keizersnede je al op achterstand qua opbouw van het darmmicrobioom.

Benieuwd wat er bij jou speelt? Maak een afspraak met een kPNI-therapeut, die met jou alle factoren die van belang zijn kan doornemen.

Over de auteur

Margot Lodewijk is freelance orthomoleculair kPNI-therapeut, gewichtsconsulent en tekstschrijver. Wat haar bezighoudt zijn vragen als: wat is voor de mens gezond? En waarom? Margot schrijft onder andere voor vakbladen (VNIG en OrthoFyto) en Vivian Reijs (Herstel je hormonen in tien stappen, Help ik val niet af – over de relatie tussen hormonen en gewicht). Net als zij, heeft Margot een speciale belangstelling voor hormonale klachten bij vrouwen, van de eerste menstruatie tot ver na de overgang.

Reacties

  • Er zijn nog geen reacties.
  • Voeg een reactie toe